Bakker Christof Vael

Rikketikken in Zeelse kinderschoentjes

op 07.09.2021

In Zele gaat de liefde voor Sint-Maarten door de maag. De bakkerijen liggen rond 11 november opgetast met chocolade, marsepein en speculaas. Maar wat de culinaire traditie uniek maakt, zijn de Zeelse rikketikken.

Christof Vael is een van de bakkers die elk jaar rond 11 november Zeelse rikketikken in zijn ovens schuift. Al zolang de bakkerszoon en zijn vader zich kunnen herinneren, worden ze gebakken. ‘Een rikketik is een sandwichdeeg met rozijnen in de vorm van een paard,’ legt Christof Vael uit. ‘Het recept ging over van vader op zoon. Ik heb nooit anders geweten. Vroeger vond je ze in alle bakkerijen van Zele. Het is een traditie die jaren teruggaat in de tijd.’ 

'Uit de deegvorm worden de paardenvorm en de mannetjes met de hand uitgesneden, iets wat maar weinigen meer doen aangezien het zo tijdsintensief is.'

Albert Vael

Vader Albert bevestigt: ‘Mijn grootvader is begonnen met die rikketikken. Uit de deegvorm worden de paardenvorm en de mannetjes met de hand uitgesneden, iets wat maar weinigen meer doen aangezien het zo tijdsintensief is.’ In zijn tijd werd de deeg zelfs nog met de hand gekneed. ‘Er bestonden nog geen kneedmachines, we kneedden alles in een grote trog. Dat is allemaal enorm geëvolueerd, maar het blijft wel een zware stiel.’

Ezels in plaats van paarden

Van waar de naam rikketik komt, is een raadsel. Wellicht is de naam afgeleid van de buikman die vooral nog in Limburg wordt gebakken en op zijn beurt uit Duitsland komt overgewaaid. In Zele wordt de rikketik gebakken zonder verbeteraars en met echte boter en suiker. ‘Ook al kruipt er enorm veel werk in om de figuren uit te snijden, ik blijf het doen omdat de traditie al zoveel jaren leeft. Mensen komen speciaal rond 11 november langs om ze te kopen.’ 

Rond de feestdag van Sint-Maarten is het dan ook alle hens aan dek in de bakkerij: ‘Mijn vader komt nog altijd helpen rond 11 november. Toen ik jonger was, sprong ook mijn grootvader bij om de rikketikken te maken, de enige dag van het jaar dat hij nog hielp, al begonnen zijn vormen er meer uit te zien als ezels dan als paarden.’

Houten speculaasvorm

Houten speculaasvormen

‘Appels, koeken, taarten, leve Sinte-Maarten!’, klinkt het in een oud Sint-Maartensliedje, maar voor de Zeelse zoetemondjes trekt Sint-Maarten alle registers open. Naast de Zeelse rikketik, ligt de bakkerstoog rond 11 november ook vol speculaas: ‘Ik werk nog met houten speculaasvormen, waarvan eentje zelfs nog met de hand is uitgesneden. Sinds kort heb ik weliswaar een machine voor de kleinere vormen, maar de grote figuren worden met de hand in een houten vorm geduwd en met een snaar losgemaakt. Je proeft weinig verschil, maar speculaas uit zo’n houten vorm is iets dikker en minder broos. Dat is uniek.’

‘De Zelenaars verwachten rond Sint-Maarten speculaas en Zeelse rikketikken, dat is ook de reden waarom ik het blijf doen. Anderzijds is het niet meer de grote massa die ze koopt, het zwakt allemaal een beetje af. Bij jongeren leeft het minder, misschien spenderen zij meer aan speelgoed dan aan koekjes. De supermarkten liggen natuurlijk ook vol met speculaas, maar wij bieden gelukkig nog altijd veel betere kwaliteit. Aangezien het volledig handgemaakt is, kost het natuurlijk iets meer.’

Marsepeinen fruit

'Er is een groot verschil van smaak omdat ze volledig vers gemaakt is en omdat we met betere producten werken.'

Christof Vael

Naast de rikketikken en speculaas, maakt de bakker elk jaar hele kratten vol marsepeinen fruit: ‘Dat maken we volledig met de hand, wat het ook heel tijdsintensief maakt. Om bijvoorbeeld een appelsien te kleuren, blazen we via een buisje eerst een basislaag op de marsepein, daarna het oranje kleurtje.’ De handgemaakte marsepein is niet te vergelijken met de marsepein die je in warenhuizen tegenkomt: ‘Er is een groot verschil van smaak omdat ze volledig vers gemaakt is en omdat we met betere producten werken.’

Het voortleven van de culinaire tradities staat of valt met warme bakkers, alleen: ‘We zijn stilaan een uitstervend ras,’ zegt Christof Vael, de vierde generatie in zijn bakkersfamilie waardoor zijn bakkerij binnenkort honderd kaarsjes mag uitblazen.

‘Zelfs als je als kind je vader constant in de weer ziet in de bakkerij, besef je amper hoe zwaar dat werk is. Net als mijn vader, ga ik ook mijn kinderen de vrije keuze laten om de zaak al dan niet verder te zetten.’ Personeel vinden dat ‘s nachts en ‘s weekends wil werken, is er ook niet eenvoudiger op geworden. ‘Vandaar dat onze sluitingsdag nu de zondag is. Zelfs al valt 11 november op een zondag.’

Tekst: Bart Vanacker

Zie ginds komt Sint-Maarten!