Hoe de Orde der Stalhouders zichzelf én Sint-Gillis blijft heruitvinden: interview met Stefan Meysman

op 27.01.2023

De Orde der Stalhouders uit Sint-Gillis-bij-Dendermonde stelt het goed. Heel goed zelfs, want het befaamde Paard van den Halt krijgt binnenkort gezelschap van een nieuwe reus. Stefan Meysman is een van de nieuwste leden. “De orde is zichzelf én Sint-Gillis constant aan het heruitvinden. Dat trekt mij aan.” Voor de vereniging in kwestie is Stefan’s netwerk een bijkomende sterkte. “Als historicus en coördinator van het Henri Pirenne Instituut van de UGent, kan ik mee een schakel vormen tussen de lokale traditiebeleving en het academisch onderzoeksveld.”  

Aangename kennismaking Stefan. Hoe ben je eigenlijk in contact gekomen met de Orde der Stalhouders?

“ Ik ben geboren en getogen in Sint-Gillis. Ik woon er nog altijd. Zoals veel mensen hier zag ik het paard voor het eerst op de bloemencorso van 2015. Mijn schoonbroer was er van in het begin bij, dus ik ving al een en ander op. Daarnaast loopt mijn dochter sinds kort school in de Bijenkorf, waar de mama trouwens juf is. Veel leden zijn ook vader en brengen hun kinderen daarheen. Zo bleek des te meer dat die “stalhouders” een hele toffe bende vormen." [lacht]

Sommige erfgoedverenigingen hebben moeite om nieuwe leden te vinden, bij andere lijkt het vanzelf te gaan. Waarom heb jij je effectief geëngageerd? Wat is het succesrecept van de Orde?

“ De Orde der Stalhouders slaagt erin om geschiedenis en traditie op een heel actuele manier te brengen. Als historicus trekt mij dat al zeker aan. Als papa en als kind van de gemeente ben ik natuurlijk gecharmeerd door hun missie om te zorgen voor een bruisend sociaal-cultureel leven in Sint-Gillis. Daarnaast speelden ook een aantal praktische zaken mee. Aan de ene kant zag ik dat de organisatie en de communicatie vrij professioneel verliepen. Aan de andere kant vormde lidmaatschap ook geen al te grote belasting. Bij sommige verenigingen word je lid en krijg je meteen een berg to- do’s. Dat was hier niet het geval. Ik leer toffe nieuwe mensen kennen, steek veel op en zie wel waar ik kan helpen.”

Hoe wil je academisch onderzoek en de erfgoedwereld dichter bij elkaar brengen?

" Ik werk voor het Henri Pirenne Instituut aan de UGent. Da’s een onderzoeksgroep die wetenschappers vanuit verschillende disciplines wil samenbrengen, zolang ze maar aandacht besteden aan de middeleeuwen en de betekenis van het verleden vandaag. De bedoeling is dat linguïsten, archeologen, historici, statistici, bio-antropologen … maar ook verschillende instellingen, musea, erfgoedsites, etc. elkaar vinden om tot vernieuwende projecten te komen.

Het leuke is dat de Orde der Stalhouders een beetje op dezelfde manier tewerk gaat, maar dan op lokaal niveau. Of het nu bakkers, slagers, marketeers of informatici zijn, iedereen denkt vanuit zijn invalshoek over hoe we van Sint-Gillis een bruisende plek kunnen maken. Zo komen tijdens brainstormavonden en projectevaluaties ontzettend leuke dingen naar boven. Gewoon door mee te denken vanuit mijn perspectief, sla ik al een beetje een brug met de academische wereld.

In het algemeen vind ik het heel leuk hoe we nieuwe, verbindende projecten kunnen opzetten vanuit bewustzijn over ons verleden en ons erfgoed. Op een meer praktisch niveau kan ik zaken in een historische context plaatsen, al eens een specialist in de geschiedenis van ommegangen aanspreken, ergens aankloppen voor bepaalde subsidies, … "

Aan welke projecten heb je al kunnen meewerken?

" Ik ben natuurlijk nog vrij nieuw binnen de vereniging, maar momenteel bereiden we bij de Orde volop een geboorte voor ... [lacht] Ik kan er eigenlijk nog niet veel over verklappen, maar zeker is dat Sint-Gillis er een reus bijkrijgt. Hij zal een knipoog zijn naar het verleden én een quasi vergeten bijnaam van de Sint-Gillissenaars.

Daarnaast ben ik heel benieuwd naar de plannen voor het oude gemeentehuis van Sint-Gillis. Ik las dat het de bedoeling is om er een ontmoetingsplek van te maken, een “Huis van Sint-Gillis”. Dat is een boeiend gegeven, misschien kan de Orde daar ook een rol in spelen?

En last but not least: ik blijf ik ook gewoon ’t Paard van den Halt mee “voortduwen”. Ons paard wordt niet gedragen op de schouders zoals de grote broer in Dendermonde, maar voortgeduwd en in evenwicht gehouden door zes mannen. Nieuwe leden zoals ik wagen zich doorgaans niet aan het stuurmanschap. [lacht] Dus tot nu toe zat ik al in het midden of aan de staart. Veel meer kan ik er niet over zeggen, wat er onder paard of reus gebeurt, moet wat mysterieus blijven. Maar van daaruit deed ik al mee aan Boulevart en aan het Sint-Maartensfeest in Sint-Gillis. Unieke belevenissen! En als alles goed verloopt kan ik komende zomer deelnemen aan de corso. Dat blijft toch wel het “moment de gloire” voor ons paard, dus daar kijk ik nu al enorm naar uit."

Dan zijn ook wij extra benieuwd naar de volgende corso. Dankjewel voor je inzet en veel plezier bij de Orde der Stalhouders, Stefan!