Hét bewijs dat archieven niet saai zijn

Geschreven door Bart Vanacker op 05.05.2022

Kermisaffiches, een meer dan driehonderd jaar oud document in Oud-Nederlands, architectonische pareltjes en de geschiedenis van bedrijven die al jaren uit het straatbeeld verdwenen zijn. Dat zijn de vondsten van de vrijwilligers die zich op de archieven van de gemeente Zele hebben gestort.

Elke dinsdagnamiddag duiken de vrijwilligers van de intergemeentelijke archiefwerking van Dijk92 in de gemeentearchieven van Zele. Sinds 2017 zijn ze in de weer met het archief fysiek te manipuleren en te inventariseren, niet alleen in Zele, maar ook in Buggenhout, Hamme, Laarne, Lebbeke en Wichelen. 

Het resultaat? In 2021 rondde de Zeelse vrijwilligersploeg het project van de bouwdossiers af. Meer dan honderdvijftig dozen vol historische bouwaanvragen vanaf ongeveer 1900 tot en met 1961 gingen door hun handen en werden volledig opgeschoond en geïnventariseerd. Christine is een van de vrijwilligers die vijf jaar geleden reageerde op een oproep om bij te springen. 

Architecturale pareltjes

Nu ze honderden, misschien wel duizenden bouw- en sloopvergunningen zag passeren, kijkt ze met heel andere ogen naar haar eigen gemeente: ‘De plannen, bijvoorbeeld van de gevels, zijn tot in de puntjes uitgewerkt en ingekleurd. Architecturaal oogt dat heel mooi. Soms herkende ik woningen, dan ging ik wel eens kijken of ze er nog stonden.’

Vanaf de jaren vijftig  merkte Christine in de bouwdossiers de democratisering van de fotografie: ‘Vanaf dan vind je in de dossiers foto’s van de bouwgrond met daarop het trots poserende gezin.’ 

Maar vooral de foto’s van sloopaanvragen zijn historisch belangrijk. Waarom? ‘Bij sloopaanvragen vind je vaak foto’s terug van de huizen die er vroeger stonden en intussen al lang zijn afgebroken.’ Die foto's schieten je een halve eeuw en verder terug in de tijd: ‘De straten waren nog geplaveid met kasseien en ook de buurtspoorweg Hamme-Wetteren-Gent is nog te zien.’ 

Neonreclame

Niet alleen de doorbraak van de fotografie, ook andere trends zijn af te lezen uit de historische bouwdossiers. Neem nu de opkomst van neonreclame. ‘In 1949 zien we de eerste aanvraag om een neonreclame te installeren en vanaf de jaren vijftig springt iedereen op de kar,’ vertelt Christine.

‘Opnieuw levert dat heel mooie archiefstukken op. De ontwerpers van de lichtreclames voegden namelijk een foto of tekening van de reclame toe. Vaak was dat voor cafés, bier- of sigarettenmerken die nu zelfs niet meer bestaan.’

Hoe gaat dat nu concreet in zijn werk, zo’n gigantisch archief ordenen? ‘Eerst pakken we alle papieren uit de dozen, we ordenen de aanvragen op datum en registreren de vergunningen in een Excel-lijst. We verwijderen de nietjes uit de documenten omdat ze roesten en de papieren onleesbaar maken. Eens alles opgeschoond is en geregistreerd, herverpakken we de documenten in zuurvrije omslagen en archiefdozen. De dozen krijgen een duidelijk nummer en label zodat ze in de toekomst makkelijk terug te vinden is,’ legt Christine uit. 

Roest en schimmel

Liese Vandoninck, de intergemeentelijk archivaris van Dijk92, legt uit waarom het zo belangrijk is om orde te scheppen in een gemeentearchief: ‘Dankzij een duidelijke archiefprocedure worden documenten duurzaam bewaard voor toekomstige generaties.’

’Door alles direct correct te verpakken in zuurvrije dozen zonder nietjes of metalen ringen, verhinder je roest- en schimmelvorming. De uniforme labels maken dan weer alles veel sneller vindbaar, ook de recentere stukken waarvan de bewaartermijn vervallen is en bijvoorbeeld omwille van de GDPR-wetgeving (de bescherming van persoonsgegevens) vernietigd moeten worden.’

Schatkist

Het opschonen en inventariseren van het archief legt echter ook een schatkist aan historische feiten bloot. Dat blijkt niet alleen uit de bouwaanvragen van weleer, maar ook uit de dossiers van de hinderlijke inrichtingen, wat we vandaag milieuvergunningen noemen.

Wie vroeger een stoommachine of oven wilde installeren, moest daarvoor toestemming vragen. Al die aanvragen vormen een rijke schat voor lokaal-historisch onderzoek. 

‘Je ziet overal de geschiedenis doorschemeren.’ 

André

De 83-jarige André is geboren en getogen Zelenaar en heeft zich als vrijwilliger over deze dossiers ontfermd: ‘In 1914, toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, zie je amper aanvragen om bakovens te plaatsen maar de jaren daarop, naarmate de oorlog vorderde, zie je het aantal aanvragen gestaag groeien. Je ziet dus overal de geschiedenis doorschemeren.’ 

Zijn meest verrassende vondst waren sporen naar Phormium, een bedrijf waar André zijn hele leven werkte. ‘Aan de hand van de aanvragen die in het archief zaten, kon ik de volledige bedrijfsgeschiedenis reconstrueren, ontdekte ik de uitbreidingen, wie wanneer directeur was en ik vond zelfs de oprichtingsaktes terug.’ De dossiers zijn dan ook rijkelijk geïllustreerd met plattegronden, de inplanting van het bedrijf in de omgeving, een beschrijving van het soort onderneming, het machinepark en de gebruikte productietechnieken.

De archieven ordenen en herverpakken is één ding, maar hoe vertaal je dat alles naar vandaag? ‘Door al dertig jaar met genealogie bezig te zijn, lukt het me vrij goed om oude handschriften te ontcijferen, bijvoorbeeld op Franse aktes of in brieven aan het gemeentebestuur. Soms is dat een echt raadsel door de spelfouten, andere schrijfwijzes of formuleringen die we nu niet meer gebruiken,’ zegt André. ‘Ook de procedure moeten we vertalen naar vandaag. Zo’n aanvraag verliep toen namelijk helemaal anders.’

Verdwenen Molenwegel

Maar ook het stratenplan van Zele is in de loop der jaren grondig veranderd en moet je vertalen naar vandaag: ‘De Zuidlaan heette vroeger de Molenwegel en dat was toen echt nog een wegeltje. De naam ervan kwam voort uit een molen die ooit op het uiteinde ervan aan de Langestraat stond. In de jaren zestig is die straat verkaveld en zie je de bouwvergunningen binnenstromen.’

320 jaar oude documenten

Naast de dossiers van hinderlijke inrichtingen en de bouwdossiers, ligt de vrijwilligers nog een derde stapel te wachten. In 2021 werden in het gemeentearchief van Zele namelijk historische waardevolle stukken opgediept die in archiefdozen met het label Dood archief werden bewaard. Het chronologisch ordenen, beschrijven en correct herverpakken ervan is in handen van vrijwilliger Arthur die al zijn leven lang gebeten is door geschiedenis. 

‘Je vindt onder meer nog paspoorten van onze voorouders waar ze hun krabbel hebben opgezet.’ 

Arthur

‘Het oudste stuk dat ik terugvond, dateert uit de tijd van de Spaanse Nederlanden, namelijk uit 1702, en staat nog in de Oud-Nederlandse taal. Uit het Oostenrijkse tijdperk vond ik twee documenten terug uit 1713, meer dan driehonderd jaar oud dus,’ vertelt Arthur. ‘De bedoeling is een inventaris te maken van wat in dat dode archief zit, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Sommige documenten zitten kriskras door elkaar en zijn zelfs niet op jaar gesorteerd. Je vindt onder meer nog paspoorten van onze voorouders waar ze hun krabbel hebben opgezet.’ 

Arthur heeft de Oostenrijkse periode net verteerd en is nu aanbeland bij 1794, de tijd dat Zele deel uitmaakte van de Franse Republiek: ‘Ik vind veel richtlijnen terug die vanuit het departement van de Schelde naar het gemeentebestuur werden gestuurd, maar ook militielijsten en oproepingsbrieven voor jonge Zelenaars om onder de wapens te gaan.’

‘Uit die militielijsten kan je veel verhalen afleiden. Het eerste werk is alles inventariseren, daarna digitaliseren. Het zou immers zonde zijn dat de affiches waarop de lotelingen werden opgeroepen om zich aan te sluiten bij het Franse leger, verloren zouden gaan.’

Digitalisering

De historische waarde van de stukken vormt een belangrijke maatstaf voor het al dan niet digitaliseren ervan. Tatyana scant de stukken in, maar dat is niet altijd evident als je weet dat sommige papieren intussen uit elkaar vallen, moeilijk leesbaar zijn of soms groter zijn dan een meter op een meter. 

‘Mijn droom is om ooit een tentoonstelling te maken met de stukken die de vrijwilligers opdiepten,’ zegt Liese. ‘Zo’n expo zou bewijzen dat archieven helemaal niet saai zijn. Alleen al een tentoonstelling met kermisaffiches zou al tot de verbeelding spreken.’

Heb je vragen over de archiefwerking? Neem contact op met intergemeentelijk archivaris Liese Vandoninck.