Zo voorkom je plagiaat

Het plegen van plagiaat gebeurt niet altijd bewust. We zetten de belangrijkste regels nog eens op een rijtje.

Wat valt onder plagiaat?

Plagiaat is het bedoeld of onbedoeld presenteren van andermans werk of ideeën als je eigen werk of ideeën. Plagiaat is daarmee een schending van iemands intellectuele eigendom.

Niet alleen het simpel knippen en plakken van het werk van een ander wordt als plagiaat bestempeld. Ook het vertalen van teksten en het herschrijven van teksten door gebruik te maken van synoniemen valt onder plagiaat indien je geen correcte en volledige bronvermelding geeft.

Een bestaande theorie in je eigen woorden opschrijven, zonder de bron te vermelden valt bijvoorbeeld ook onder plagiaat. Plagiaat kent dan ook veel vormen, waarvan sommige ernstiger zijn dan andere.

voorbeelden van plagiaat

Voorbeelden van plagiaat zijn:

  • Informatie uit een andere bron kopiëren en plakken in je eigen publicatie
  • Uit een bron citeren zonder een bronvermelding toe te voegen
  • Parafraseren zonder daadwerkelijk je eigen woorden te gebruiken (te dicht bij het origineel blijven)
  • Doen alsof een idee van iemand anders jouw eigen idee is
  • Per ongeluk bronvermeldingen vergeten

(Onbedoeld) plagiaat voorkomen

Het is belangrijk dat je direct vanaf het begin zorgvuldig en gestructureerd te werk gaat. Sla iedere bron die je gebruikt meteen op en zorg ervoor dat je op de juiste manier citeert of parafraseert met een correcte bronvermelding.

Hoe parafraseer je?

Als je parafraseert, druk je een idee van iemand anders uit in je eigen woorden. Parafraseren is de belangrijkste manier om onderzoeken van anderen te delen die relevant zijn voor je eigen onderzoek.

Naast parafraseren kan je ook citeren. Citeren is het letterlijk kopiëren van andermans woorden. Dit kan een zinsdeel, een zin of een alinea zijn. Hierbij is het belangrijk dat je de geciteerde tekst tussen aanhalingstekens plaatst en dat je de originele auteur(s) correct citeert in de tekst en in de literatuurlijst.

Een correcte bronverwijzing

Er zijn verschillende systemen om naar je onderzoeksbronnen te verwijzen. Meest voorkomend zijn verwijzingen via noten of APA-stijl richtlijnen in de tekst.

  • Bij het gebruik van noten, gebruik je cijfers in de tekst om naar bronnen te verwijzen onderaan de pagina (voetnoten) of op het einde van je tekst (eindnoten). 
  • APA-verwijzingen in de tekst bestaan uit de achternaam van de auteur en het jaar van publicatie. Wanneer je een specifiek deel van een bron aanhaalt, moet je ook het paginanummer of het bereik opnemen in je verwijzing. Voorbeelden zijn: (Benders, 2020, p. 70) of (Ayuk, 2021, pp. 39-41).
onderdelen bronvermelding

De vier onderdelen van een bronvermelding

Hoewel het format voor een bronvermelding afhangt van het type bron (bijvoorbeeld een boek, artikel in een tijdschrift,...), zijn deze vier elementen cruciaal:

  1. Auteur: wie is verantwoordelijk voor de publicatie?
  2. Datum: wanneer werd de publicatie gepubliceerd?
  3. Titel: wat is de naam van de publicatie?
  4. Bron: waar kun je de bron raadplegen?

Bij een tijdschriftartikel vermeld je eveneens de jaargang/editie waarin het artikel is verschenen. Bij een verwijzing naar een online publicatie vermeld je eveneens de link naar de website. 

Verwijzen naar persoonlijke interviews

Persoonlijke interviews zijn interviews die je informeel hebt afgenomen om extra informatie te verkrijgen. Aangezien deze interviews nergens worden gepubliceerd, beschouw je de citaten als persoonlijke communicatie. Je plaatst alleen een verwijzing in de tekst, maar neemt geen bronvermelding op in de literatuurlijst.

De verwijzing in de tekst bestaat uit de initialen en achternaam van de geïnterviewde, de woorden “persoonlijke communicatie” en de datum waarop je het interview hebt afgenomen.